Een deel van deze onder de stad gelegen doolhof werd in 1745 voor verdedigingsdoeleinden uitgegraven. Dit 23 km lange gangenstelsel zorgde voor een verbinding tussen de verschillende delen van het fort en werd tijdens WO II gebruikt als schuilplaats. In de archeologische crypte schetsen de overblijfselen en een audiovisuele voorstelling de geschiedenis van het terrein. Vanuit enkele openingen zijn het ravijn en het plateau van de Rham te zien.